maandag 6 januari 2014

Reisverslag: Go West: the Loop in het Zuid-Westen van de USA: 12/9/2009 tot 5/10/2009



Go West that’s the best!”
The Loop in het Zuid-Westen van de USA.
van 12/9/2009 tot 5/10/2009/reisverslag

Paul Auster schrijft in zijn boek “Brooklyn-dwaasheid” :
”Ik wil vertellen over geluk en welzijn, over die zeldzame, onverwachte momenten dat het stemmetje in je hoofd zwijgt en je je één voelt met de wereld om je heen”.
Deze openingszin voor mijn reisverslag klinkt erg passend voor de  boeiende reis die wij  gedurende drie weken ervaren hebben.
Naar het Westen van de USA vliegen vergt veel geduld.
Niet alleen met het overstappen in Washington Dulles Airport en wachten op de volgende vlucht -en deze bijna missen- maar ook met de talrijke controles en vragen van ijverige ambtenaren die blijven vragen stellen waarom je naar de USA wilt komen, alsof ze er zelf aan twijfelen of dat wel zo’n goed idee is.
Ons eerste hotel was gelegen in Hollywood onder de berg met de grote letters “HOLLYWOOD” waar je trouwens niet mag opklimmen en waarbij Hollywood boulevard  ongeveer tot onze  grootste ontgoochelingen mag gerekend worden.
De straat is duidelijk aan een opfrisbeurt toe en oogt eerder als een relikwie uit de jaren 1930,  dan wel als een dynamisch centrum van de filmwereld. Allerlei verklede filmfiguren  zoals Chaplin, Cinderella, en zeerovers laten zich daar voor dollars fotograferen. 
De “walk of fame “is mooier op foto dan in het echt.
Sunset Boulevard is overdag iets blitzer, maar ’s avonds wordt er aardig wat getippeld.
Alleen het restaurant “The Hungry Cat” kon ons bekoren met zijn uitstekende lobster op het buitenterras. Dank zij de Michelin gids werd dit een geslaagde avond.
In Los Angeles is het openbaar vervoer het best bewaarde geheim van de stad.
Althans, dat beweert de vervoersmaatschappij zelf, hetgeen nog een tijdje zo zal blijven als ze blijft weigeren een degelijk plan van dat openbaar vervoer uit te brengen. Op een A4-tje raak je zo’n plan niet kwijt, en zo’n A4-tje is het enige wat we konden vinden.

Maar niet getreurd : ga aan een bushalte staan, neem een stadsplan van in dit geval Los Angeles, en binnen de 2 minuten is er wel een vriendelijke stadsbewoner die je uitgebreid vooruit helpt en zo nodig bij het uitstappen nog een eindje meeloopt om er zeker van te zijn dat je de juiste straat aan het inslaan bent.
Zo brengt bus 217 ons voor 1 dollar 25 elk van Hollywood tot zijn terminus : de wijk Venice aan de Pacific-seaside.  
In het terugkeren ontdekken we het Museum voor moderne kunst LACMA en we zijn direct verkocht. Hier treffen we een buitengewone overzichtstentoonstelling aan omtrent de kunst in de villa’s van Pompeï en van Hercaleum in de baai van Napels voor de vulkaanuitbarsting van 79 van onze tijdrekening.
Wij bewonderen daar “de school van Plato” in mozaïek, een gouden armband in slangvorm, een bronzen meisje die begint aan een striptease, een borstbeeld van Epicurius, glaswerk, een paar volledige muurschilderingen uit de  villa’s.
Al deze schatten behoorden bij die villa’s die slechts buitenverblijven waren voor de rijke Romeinen. We bedenken dat we de ruïnes van Pompeï  nog nooit bezochten en nemen alvast het besluit om binnen afzienbare tijd eens richting Napels te reizen.
Maar dit schitterend museum van moderne kunst LACMA herbergt ook Magritte’s  “Ceci n’est pas une pipe”, meerdere Mondriaan’s , Picasso’s , Braque’s , een uitzonderlijk mooi schilderij van mijn lievelingsschilder Rothko, enkele werken van Jackson Pollock en nog vele andere !!!!!!!!
Op maandagmorgen nemen we dan de taxi naar de Bob Hope luchthaven ten noorden van Hollywood voor het afhalen van onze huurwagen. Maar er zijn problemen met de gevraagde auto want de kofferbak is te klein voor onze valiezen en wij vragen vriendelijk een andere oplossing en krijgen die nog ook.
Er wordt ons een witte Mercury Grand Marquis LS voorgereden, het luxemodel van deze Canadese sedan, en wij kunnen onze ogen niet geloven. Na een uurtje slagen we erin om alle knopjes en ook de uitgang te vinden en rijden we onze GPS achterna naar ons volgend hotel in Indian Wells in de buurt van de oase Palm Springs. Opnieuw worden we verrast!
Ons hotel blijkt een luxe Resort te zijn met zwembaden, golfterrein en zelfs een sushi-bar. Wij vleien ons neer aan dit uitstekend zwembad en vergeten al de bezienswaardigheden van Palm Springs en omgeving en proberen onze laatste vermoeidheid uit de benen te zwemmen. ’s Avonds is er zo weinig volk in dit paradijsje dat het Italiaanse restaurant Sirocco in het hotel gesloten is en wij onze toevlucht nemen tot de Japanse keuken in de sushi-bar. De kokkin  is een Japanse sushi-meesteres wat blijkbaar uitzonderlijk is want sushi meesters zijn steeds mannen. Wij worden vergast op de meest heerlijke Japanse hapjes die je maar kunt dromen. De kokkin is zeer spraakzaam en vertelt ons dat zij afkomstig is uit Hiroshima. Eventjes stokt onze adem bij het horen van haar afkomst en ik kan nog net vragen of de stad nu weer helemaal heropgebouwd is,  wat eigenlijk een onnodige vraag is . Maar wij vinden het merkwaardig dat zo’n sterke madam uitgerekend bij de gewezen vijand haar job komt uitoefenen. Maar dit laatste durven we haar nauwelijks voorleggen.
Wij wisselen e-mailadressen uit en beloven contact te houden met Mevrouw Saatchi Yapca.  De volgende morgen gaan we op zoek naar de ontbijtzaal maar vinden deze op het mooie terras aan het water en genieten van een heerlijk fruitontbijt.
Onderweg hebben we nog wat problemen met de knopjes van onze limousine maar na 270 km rijden we door de eerste bergen langs de Colorado-rivier  en arriveren we in Lake Havasu City .
 Hier heeft een rijke Amerikaan in de jaren 1960 de London Bridge gekocht, toen deze in Londen aan het verzakken was, heeft deze brug steen per steen laten overbrengen naar de USA, en terug laten opbouwen over een klein kanaal langs het meer. Zeer raar zo’n Engelse brug in het hartje van het Wilde Westen.
Op woensdag rijden we de Colorado-rivier verder af om te belanden in het hoogtepunt van onze reis : de Grand Canyon. Onderweg krijgen we een regenbui met onweer over onze mooie auto en bij aankomst  aan ons hotel merken we dat er een IMAX-cinema (een driedimensionale cinema) in de voortuin van ons hotel staat. Bij een regenbui kan men eigenlijk niet beter zitten dan in de cinema. Tegelijk was dit volgens ons een uitstekende voorbereiding op de kennismaking met dit wereldwonder.
Wij kopen ons ook een kaart van de Nationale Parken en als de regen verdwenen is rijden we het park binnen om nadien een shuttlebus te nemen die ons naar alle interessante uitkijkpunten brengt. Linda was bij de aanblik van deze reusachtige kloof ontroerd over zoveel schoonheid. In de avondzon was de kloof paarskleurig en mooier dan we ons ooit konden voorstellen. Ook ik vind de Grand Canyon mooier dan de Gorges du Verdon in het zuiden van Frankrijk, en moet toegeven dat de Verdon eigenlijk maar het kleine broertje is van de Grand Canyon.
Wij hebben dan ook de volgende morgen opnieuw de shuttle genomen om de route langs de Canyon nog eens te zien in de morgenzon en inderdaad de Canyon was nu overwegend rood gekleurd en de drie Goden ( Brahma-Boudha en ISIS)- die rotspunten en hoogtepunten zijn in  de kloof- waren mooier en duidelijker waarneembaar dan in de avondzon. In de namiddag veranderen de kleuren opnieuw en daarom waren we zinnens om terug te gaan maar ons reisbureau uit de USA besliste er anders over. De hotelmanager deelde ons mee dat we het hotel moesten verlaten en ons begeven naar de volgende stopplaats 400 km verderop (gelukkig was het nog niet donker) omdat er (nog maar eens) een fout was gemaakt bij de reservatie.  
Een goede raad : boek nooit een rondreis bij Connections : hun Amerikaanse reisorganisator kan het niet, wat we meerdere malen en dus ook hier hebben mogen en moeten ondervinden !
Dit kwam toen over als een koude douche want we waren echt gesteld geraakt op de schoonheid van de natuurlijke kloof in al haar kleurvarianten. Maar het mocht niet zijn dus hop naar de volgende schoonheden in de landschappen.
Op weg naar Lake Powell reden we door “The painted desert”  waarbij  de kleurenpracht van de aardlagen in plaats van verticaal horizontaal over het landschap loopt.
“The painted desert” is gelegen binnen de grenzen van het Navajo-reservaat.
 Merkwaardig genoeg worden deze grenzen alleen op de topografische kaarten weergegeven en nooit langs de weg. Ons hotel in Lake Powell heeft  dan ook alles van een Indianenhotel, inclusief de kleuren, de winkel en niet te vergeten de slome manier van bewegen en de rust die de Indianen uitstralen. In dit verslag zou ik heel wat kunnen schrijven  over de Amerikanen en het verschil met de Indianen. Ik kan erg kort zijn over de Indianen -alhoewel mijn sympathie voor de indianenbevolking steeds erg groot is geweest- herkende  ik ze direct  maar waren ze dikwijls schuw en vermeden ze elk contact. Over de Amerikanen kan ik met plezier vertellen. Zij zijn dikwijls nogal behoorlijk luidruchtig, behulpzaam en zeer goedlachs. Soms een beetje bemoeizuchtig maar meestal beleefd, enkele uitzonderingen niet te na gesproken. Waarschijnlijk gaf de ontmoeting met die laatsten Raymond Vh Groenewoud de nodige inspiratie voor zijn ballade “Weg met Amerika, weg met de boeren van Amerika”, terug te vinden op zijn laatste live-CD  (die we bij puur toeval mee hadden, en die we derhalve luid over de Amerikaanse prairies hebben laten schallen !)
In tegenstelling tot wat ik vroeger verwachtte zijn de Amerikanen weinig efficiënt en dat verrast ons steeds omdat je van een land dat zich de wereldleider noemt toch meer efficiëntie verwacht. Zo mag je – om een voorbeeld te geven -  bij een bezoek aan de USA niet vergeten grote hoeveelheden coupures van 1 $ mee te nemen : alleen daarmee (en met muntstukken) kan je een buskaartje betalen. Of een gepaste fooi geven. Of een krant kopen.
Maar “retournons à nos moutons” : Lake Powell is het stuwmeer op de Coloradorivier dat de scheur in het landschap aldaar moest opvullen met water terwille van de elektriciteitsproductie. Maar ook hier zijn er milieuproblemen. De waterafname in de andere omringende staten is te groot geworden, waardoor het waterpeil te laag staat en dus problematisch wordt voor de productie van electriciteit. Maar het toerisme bloeit hier ook weelderig , alhoewel… een bootreisje op het meer kan nog met moeite doorgang vinden en wordt aangevuld met een fikse wandeling op het land. Al deze excursies zijn zeer duur en dikwijls een grote geldklopperij. Daarom besloten we om het Lake Powell links te laten liggen en resoluut te kiezen voor de schoonheid van de landschappen en dus reden we naar de Monument Valley. Deze vallei is wereldberoemd omwille van de cowboyfilms die er gedraaid werden tussen de reusachtige massieve rotsblokken  in het landschap. Zeer mooi!
Op zaterdag 19 september waren we een week onderweg en reden we naar het Nationaal Park  Bryce Canyon ook hier werden er nabij Kanab veel cowboyfilms gedraaid in het geplooide rotslandschap. Zeer herkenbaar voor de liefhebbers van dit genre.
Rond de middag kwamen we aan in hotel Ruby’s Inn aan de ingang van het National Park Bryce Canyon. Deze Canyon  is volgens sommigen mooier dan de grand Canyon. De vorm van deze Canyon is een amfitheater als kantwerk uitgesneden in het landschap. Opnieuw staan we met verbazing te kijken naar zoveel schoonheid.
In onze kamer in de Ponderosa ( what’s in a name?) -afdeling van Ruby’s toeristenfabriek -plannen we onze volgende ontdekkingstocht. Zeer handig want de shuttlebus vertrekt voor onze hoteldeur en dit is eveneens handig bij het terugkeren want tijdens de rit worden we overweldigd door een enorme regenbui met hagel : de winter komt hier blijkbaar sneller dan bij ons. Wij kopen ons alvast in Ruby’s winkel een Outback Oilskin-hoed voor Linda en een Stetson-hoed (de zoveelste) voor mezelf .
Op weg naar ons volgend hotel rijden we door Zion Nationaal Park, ook een schoonheid om niet te missen.
Over het eten in de VS kunnen we ook zeer kort zijn. De steaks zijn uitstekend op voorwaarde dat je de juiste bakwijze (“raw medium”, maar dan uitgesproken met het accent van “the South” !) kunt afspreken, en van de fastfood daar bleven we ver van weg 
In de steden beperkten (!) we ons tot het zoeken naar een geschikt restaurant in de bijbel van de gastronomie, jawel de Michelingids, die hier zijn geld meer dan dubbel en dik waard is.
Op zondag vertrokken we richting Las Vegas. Deze kunstmatige stad in de woestijn wou ik wel eens zien, want toch de wereldhoofdstad van de  kitsch. Maar blijkbaar ook bijna van de kinderprostitutie en niet te vergeten tjokvol lawaai geproduceerd door duizenden  gokautomaten, niet alleen in de casino’s , maar zowat overal waar er menselijke wezens zouden kunnen voorbij komen.
De schoonheid van onze Europese steden zoals Venetië en Parijs werd er nagebouwd in  een zeer trouwe kopie van het origineel maar o zo fake! Wij hebben er Japans gegeten in de voortuin van de opera van Parijs met zicht op een verkleinde Eifeltoren. 
Las Vegas was niet alleen broeierig warm maar het is ook een gevaarlijke stad omwille van het roekeloos (en waarschijnlijk behoorlijk dronken) rijden van zoveel gekken bijeen. Nergens in de USA worden er dan ook zoveel verkeersslachtoffers genoteerd, zo wist althans onze taxichauffeur te vertellen.

Ik noteer alvast Las Vegas op plaats 1 van de meest gore plaatsen ter wereld, en neem me voor hier nooit meer weer te keren.
Op maandag hebben  we een zeer zware tocht voor de boeg . Wij moeten 600 km rijden door de vallei van het natuurpark Death Valley.
Met zeer veel goede moed vetrekken we om 7u ’s morgens . De tocht door het diepste punt van de USA (68 meter onder de zeespiegel)  is dank zij de airco van onze Mercury een fluitje van een cent.
De hitte werd echter pas voelbaar bij het uitstappen aan “Zabriskie Point” (herinner je de film uit 1970 met die naam van Michelangelo Antonioni, met de filmmuziek van Pink Floyd : Carefull with that axe, Eugene !).
De woestijnwind blies er over de heuvels en de buitentemperatuur gaf 109°Fahrenheit aan of ongeveer 45°C .  Onze foto’s bij deze uitstap  spreken boekdelen. Wij smolten weg door de hete wind die precies uit een keukenoven kwam.
De volgende verrassing zou Yosemite park worden. Wij logeerden in de “Cedar Lodge” op 7 mijlen/11.2 km van de ingang van dit Nationaal Park.  Dus informeerde ik alvast naar de watervallen in het park en vooral waar vind je deze schoonheden. Maar ook hier heeft de opwarming van de Aarde haar werk gedaan . Er blijft nog slechts een kleine waterval over in deze brede kloof die de toegangsweg vormt van het National Park.  
Ook zijn er geen beren te zien en volgens de brochures zouden hier zelfs leeuwen wonen. Maar ook aan deze gevaarlijke beesten zijn we ontsnapt.
Onze reis bracht ons ook voor een driedaags verblijf  naar de sixties-stad bij uitstek San Francisco (remember Scott Mc Kenzie : If you’re going to San Francisco, be sure to wear some flowers in your hair !).
Wij werden hier geboekt in de Japanse wijk in het Japanse hotel Tomo waar er ook ’s morgens Japans kon ontbeten worden.
Deze stad had onmiddellijk ons hart gestolen omwille van haar sterk Europees karakter, de rust en de vrede die er nog steeds in de lucht hangt en de vriendelijkheid van de bewoners. Spijtig genoeg was het er zeer koud en mistig bij onze aankomst en ook tijdens de volgende dag hing de mist als een sluier over de Golden Gate Bridge. 
Alcatras - het beruchte gevangeniseiland uit de film Papillon -  was nauwelijks waarneembaar in de mist, maar om te bezoeken ook niets voor ons.
 Maar de restaurants waren er uitstekend. Het hier zeer goed georganiseerde als zoals overal zeer goedkope openbaar vervoer bracht ons met de bus en de gekke trams overal waar we wilden zijn, want de Mercury hadden we drie dagen achtergelaten in de parkeergarage van ons hotel.
 Het prachtige museum voor moderne kunst- het SF MOMA  is een pareltje  van architectuur   (de Zwitser Botha is de architect) - en bevat een zeer mooie collectie met schilderijen van Matisse (een ganse zaal met werk van hem) , Picasso, Magritte, Jackson Pollock, Rauschenberg, Roy Liechtenstein , Rothko (!) , Paul Klee, Kandinsky en nog zo vele anderen.
’s Avonds hebben we genoten van een heerlijke maaltijd met “sqaw “– een Californische vogel- in restaurant Boulevard waar ons een tractement wachtte van onze Amerikaanse vrienden die met de Paasvakantie bij ons thuis te gast waren.
Wij ontmoetten en ook twee interessante vrouwen waaronder de Vice President van de Pinguin books. Ik weet nu waar ik moet zijn met extreme wensen omtrent boeken ; zij beloofde ons een rondleiding in New York en Linda beloofde haar een rondleiding in Brugge en Gent. Nu nog al deze beloftes waarmaken!
De tocht van San Francisco naar Los Angeles moesten wij in twee dagen doen en we dachten “dat lukt nooit”. Maar jawel, mits enige zelfinterpretatie van de (streng gecontroleerde) snelheidsbeperkingen op de Amerikaanse highways en freeways en na een langzaam afrijden van de beroemde kustweg van Monterey richting Los Angeles bereiken we de eerste overnachtingsplaats Sancta Maria – een wijngebied- waar er niets te zien was tenzij dat er twee Mexicaanse trouwfeesten waren in ons hotel.
 Waarop we de volgende dag vertrokken via Sancta Barbara, Malibu en Sancta Monica terug naar Los Angeles en dan was/is onze kring ( “the Loop” ) rond.
Op maandag 28 september brengen we er eerst onze Mercury,  waar we toch een beetje aan gehecht waren geraakt, terug naar de eigenaar Avis. We zijn blij dat we de auto zonder schrammen of blutsen hebben terug gebracht.
Los Angeles en inzonderheid Downtown LA hebben we opnieuw vooral bezocht met het openbaar vervoer, ondanks de waarschuwingen van de plaatselijke bevolking dat er niets te zien was en dat de bussen gevaarlijk waren.  Overigens gelukkig nooit iets van gemerkt !
Op Broadway bezochten we  de Burberry-building, beroemd omwille van de mooie traphal met Belgische bakstenen afgewerkt en met een bronzen Charly Chaplin op een bankje.  De overdekte markt aan de overkant was ook een must maar een beetje verlaten in de namiddag. 
Het museum voor moderne kunst ( Moca) was een boeiende ervaring, evenals het nieuwe Walt Disney-concertgebouw aan de overkant van  de architect Gehry  : het lijkt wel een ontluikende roos in metaal !
De glazen torengebouwen op de Buncker Hill zijn zeer merkwaardig en maken van Los Angeles, een overigens toch wel platte stad,  een echte grootstad die ons doet dromen van New York.
Onze laatste dag in LA was heerlijk. ’s Morgens stapten we naar de bushalte met nieuwe plannen om downtown LA nog maar eens te bezoeken, maar vanuit ons nieuw hotel rechtover  de luchthaven was het busvervoer naar de binnenstad niet optimaal, dus besloten we maar om het advies van een Mexicaans/Candees- toeristenkoppel te volgen en een dagje naar zee te gaan.
 Jawel, we namen de bus naar Sancta Monica en stonden met verbazing te kijken naar de strandhutjes van de redders uit de TV-serie “Baywatch” van jaren geleden. De beroemde “Pier” deed ons denken aan Blankenberge maar dan breder en met nog slechter geklede mensen.
 Aan het begin van de “Pier” is de Carrousel ondergebracht uit de film The Sting ( film van George Roy Hill uit 1973) met Paul Newman en Robert Redford in de glansrollen.
Dank zij de Michelin-gids  hebben we ook hier uitstekend gegeten in het restaurant “ The Lobster”met zicht op het strand en de Pier.
Mooier konden we onze reis niet afsluiten!
Besluit: We hebben een fantastische reis gehad ,  met elke dag nieuwe uitdagingen , prachtige landschappen gezien, (soms en na hardnekkig zoeken en selecteren toch nog) lekker gegeten   en vooral  een goed team geweest om samen deze reis tot een goed einde te brengen
Linda

Geen opmerkingen:

Een reactie posten