Paris couvert - Reisverslag 11 tot 15 november 2009
Parijs lonkte voor de vierde keer dit jaar naar ons en waar
kan men meer genieten met al je zintuigen dan in de lichtstad ?
De treinrit duurt nog slechts 1uur en 17 minuutjes en brengt ons in het
mooie met glas overdekt station Paris Nord. De “Metropolitain “, de
oorspronkelijke naam van de metro brengt ons naar het welbekende Place de la
République. Vandaar zijn we in een wip in de Rue Rampon genoemd naar General Rampon -die Napoleon hielp bij
zijn veroveringen- in ons geliefd hotel “ Le Général” waar de geschiedenis van
de beroemde generaal naast de liftdeuren te lezen is.
Ons eerste bezoek brengen wij aan de meest merkwaardige kerk
van Parijs de “St Marie Madeleine”
afgekort de Madeleine kerk gebouwd als een Griekse tempel inclusief de Korinthische
zuilen en de glazen koepels die de enige lichtinval geven in de kerk. Maria Magdalena wordt daar vereerd als een
godin uit de Griekse oudheid. Het cirkelvormig plein rond de kerk is tevens een
must voor gastronomen die zeer hoog mikken en truffels en kaviaar op hun menu
zetten. De theewinkel van Hédiard is al
een attractie op zich met een waaier aan oosterse geuren en kleuren die onze
smaakpapillen aanscherpen.
Via de Rue Faubourg St Honoré wandelen we richting Pompidou
om te eindigen in onze favoriete wijk Le Marais waar de boetiekjes als
paddestoelen uit de grond schieten en waar de Rue des Rosiers als een
Joodse enclave haar geuren prijsgeeft
via de heerlijke bakkerijen en falafelwinkels. Het enige Joodse restaurant is
nog steeds dicht sedert de bloedige aanslag van jaren terug en blijft samen met
het Joodse schooltje een stille getuigen van de Joodse problematiek in de
wereld.
Wij eindigen onze wandeling aan de Place de la Bastille maar vergeten niet te reserveren in de oudste
Brasserie van Parijs “ Bofinger” waar wij een aantal uren later genieten van een
heerlijke maaltijd op de eerste verdieping. Ondanks onze herhaalde vraag om een
tafeltje te krijgen onder het art nouveau glasraam lukt het ons nu weer niet en
kunnen wij slechts een glimp opvangen van deze prachtige glazen koepel.
De volgende morgen besluiten we om onze zoektocht naar ”
Paris Couvert “verder te zetten
We vertrekken aan “La Bourse” aan de Grand Boulevard , waar
wij de route volgen van de “ Passages
Mondaines” in onze Michelin wandelgids, en
wij starten in de “Passage des Panoramas” .
Deze passage is wellicht de oudste en dateert uit 1799 en herbergt
verschillende postzegelwinkels, de graveur Stern en het beroemde Salon de thé “
L’arbre à la canelle”. Op de Boulevard Montmartre vinden we de “Passage
Jouffroy” uit 1847 waar je nog zeer
goedkoop kunt logeren in het romantische hotel Chopin. De passages couvertes
volgen nu elkaar op en zo komen we in de “Passage Verdeau” met op nr 8 de
eerste winkel van “ Au Bonheur des Dames” bekend van het boek van Emile Zola.
In de “Passage des Princes” uit 1860 woonde ooit Baudelaire en is nu vooral een
attractie voor de speelgoedwinkels. De “Passage Choisseul” uit 1827 is
herkenbaar aan zijn mooie marquise ingang. Deze passage is vooral bekend
omwille van zijn beroemde bewoners zoals Offenbach die hier het Theatre des
Bouffes stichtte .
Op nr 64-67 schreef Céline hier in 1936 zijn boek “Mort à
Credit” .
In de Galerie Colbert uit 1826 huist nu de Université de
Paris en tref je nu wachtende studenten
en in de vitrines vergaderende proffen aan. Deze Galerie is dan ook de enige
die in 1980 mooi gerestaureerd werd en heropgebouwd is als vergaderruimte voor
de Universiteit. De mooiste Galerie is natuurlijk de Galerie Vivienne uit 1923
met de mooiste winkels en ook het mooiste licht.
Na deze leerrijke ochtend laten wij ons verwennen voor de
lunch in “Thailand Village” want er
wacht ons nog een namiddag vol kunst. In het Grand Palais aan de Champs Elysée bezoeken
wij twee tijdelijke tentoonstellingen op
afspraak. Wij bezoeken eerst “ Istanbul” en denken aanvankelijk dat wij deze
zelfde tentoonstelling al in Amsterdam gezien hebben in de Nieuwe Kerk. Maar
toen ging het om een reconstructie van het dagelijks leven in de stad en hier
gaat het om waardevolle kunstvoorwerpen
die een getuigenis zijn van de rijke
geschiedenis van de stad Istanbul. Aanvankelijk worden we verrast door de grote
hoeveelheid Griekse kunstschatten, dan volgt de Romeinse invloed en vervolgens
Byzanthium en de splitsing in 1453 van het Ottomaanse rijk om te eindigen met een film op groot scherm
van de stad vroeger en nu.. Een zeer leerrijke tentoonstelling die spijtig
genoeg te druk bezocht werd om echt te kunnen genieten. Nadien waren wij op
onze afspraak om Renoir zijn koekendozen-schilderijen te bewonderen. Zijn geliefde model Georgette
werd omfloerst geschilderd in al haar
schoonheid maar kan zelfs naakt niet meer verrassen omwille van het steeds
weerkerende koekendozen-patroon. Renoir is dan ook tijdens zijn leven al een
welgesteld man geworden dank zij zijn commerciële aanpak van zijn
schilderskunst.
Terug in ons hotel krijgen van het thuisfront zeer veel goed
nieuws en dat gaan we vieren met een lekkere “moules marinières” chez Leon op
de hoek van de Place de la République.
Op vrijdag zetten we onze ontdekkingstocht van de passages
couvertes verder met een bezoek aan” “Les
passages populaires” of de passages voor het gewone volk. Wij vertrekken aan de
Boulevard St Denis in de buurt van ons hotel en starten in de “ Passage du
Caire” Als Napoleon in 1799 terugkeert uit Egypte is de invloed van deze
overwinningstocht zeer groot en dat is merkbaar in de straatnamen en de
passages die als souks worden opgestart. De functie van deze passages was voor
het rijke volk om hun jurken te beschermen tegen het vuil van de straat en voor
het gewone volk werden deze passage een kopie van de souks in Egypte. Zelfs
vandaag nog zijn passages zoals de “Passage du Ponceau “uit 1828 en de “Passage
du Bourg l’Abbe” te vergelijken met
souks met massale verkoop van
confectiekledij en schoenen uit de lage loonlanden. De “Passage du Grand Cerf”
uit 1825 is wel de mooiste passage qua architectuur omwille van haar
hoogte en haar houten afwerking. Deze
passage is vol mooie winkels met gadgets, juwelen, decoratie en Afrikaanse kunst .
Om 12u worden we verwacht op onze volgende kunstafspraak in
het Musée Jacquemart André op de Boulevard Haussman. Dit voor ons welbekende
museum was bij ons vorig bezoek nog volop in restauratie. Dit museum was de
residentie van het bankiersechtpaar
Jacquemart-André. De Franse staat mocht na
hun dood hun residentie en kunstverzameling ontvangen. Steeds een aanrader om
te bezoeken maar niet als een tijdelijke tentoonstelling plaats vindt want de
ruimten zijn veel te klein om de massa’s volk te slikken ondanks de afspraak
die iedereen vooraf moet maken. Wij genoten nochtans wel van de schilderijen
van oa Van Eyck “ De man met de blauwe
kaproen” en van de prachtige schilderijen van Breughel, Memlinck, Jordaens en
Teniers . In dit museum kan je ook lunchen in de prachtige eetzaal van het
echtpaar maar de wachttijd was ons iets te lang en daarom verkozen wij een
eenvoudige vismaaltijd “ Chez Catherine” . Teneinde onze fysiek op peil te
houden zijn we dan maar te voet van de Boulevard Haussman naar de Place de la
République gewandeld. Wandelen in Parijs is heerlijk als het weer zacht is en
daar profiteren we graag van. ’s Avonds wacht ons nog een verrassing in
restaurant “Astier in de rue J.P.Timbaut waar alleen Fransen komen genieten van een authentieke
maaltijd zoals je deze bijna nergens meer vindt in Parijs.
Op zaterdag besluiten we om nog maar eens naar het Louvre te
gaan voor de tentoonstelling “Titiaan,
Tintoretto en Veronese”
Deze drie meesters
uit de Italiaanse kunst van de 16° eeuw
zijn van een onschatbare waarde omwille
van hun groot métier in de schilderkunst . Sommige werken zijn een streling
voor het oog zoals het schilderij van het lieve kind met haar hondje Clarissa Strozzi van Titiaan.
Dit meesterwerk bewonderden wij voordien in Berlijn in het Staatliche Museen zu
Berlin. Schilderijen terugzien op een andere plaats is voor mij telkens een prachtige Aha-erlebnis.
Na de lunch in het aanvankelijk lege restaurant “35°West” spoedden we ons naar
het Musée d’Orsay voor de mooiste tentoonstelling van deze reis “ Ensor”. Deze
Oostendse grootmeester in maskers en carnaval en strandtaferelen bekoorde ons
opnieuw uitermate.‘s Avonds genieten we opnieuw in “Villaret”een typische Parijse bistrot in de
buurt van ons hotel van heerlijke oesters uit Utah beach. Dank zij de
bevrijding in 1944 kennen wij dit strand maar we wisten niet dat de wapens daar
plaats gemaakt hebben voor de oesterkweek.
Op onze laatste dag gaan wij graag onze klassiekers nog eens
opfrissen en waar kan je beter dan in het Louvre. De vorige keer hadden we
daar” L’Ecole du Nord “ gemist omdat Jan Fabre daar een tentoonstelling van
zichzelf wou laten confronteren met de oude meesters. Een experiment dat vooral
bij koningin Paola sterk in de smaak is gevallen. Wij waren zeer blij dat de
Kantwerkster van Vermeer weer terug was want die hadden we voordien ook al
gemist. Schilderijen reizen nu de wereld rond naar steden waar hun geestelijke
vaders nooit geweest zijn en zelfs niet durfden van dromen dat ze er ooit
zouden komen. Caravagio zijn “Waarzegster” kon ons ook weer bekoren en ja hoor
La Jaconde of de Mona Lisa hangt er nog steeds en wordt dagelijks
geconfronteerd met zoveel flitslicht dat Armand er aan twijfelt of dit
schilderij geen kopie is die haar moet beschermen tegen zoveel onheil.
Wij wilden onze reis afsluiten in schoonheid in het
restaurant “Ma cuisine” maar ondanks de uitstekende keuken hebben we de
volledige maaltijd in eenzaamheid verorberd want wij waren de enige klanten in
dit mooi en lekker etablissement. Moe maar gelukkig namen we de trein om half
zes en keerden rijker van geest terug naar ons huis.
Linda Van Pottelbergh
28 november 2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten