Go West that’s the best!”
The Loop in
het Zuid-Westen van de USA.
van
12/9/2009 tot 5/10/2009/reisverslag
Paul Auster
schrijft in zijn boek “Brooklyn-dwaasheid” :
”Ik wil
vertellen over geluk en welzijn, over die zeldzame, onverwachte momenten dat
het stemmetje in je hoofd zwijgt en je je één voelt met de wereld om je heen”.
Deze
openingszin voor mijn reisverslag klinkt erg passend voor de boeiende reis die wij gedurende drie weken ervaren hebben.
Naar het
Westen van de USA vliegen vergt veel geduld.
Niet alleen
met het overstappen in Washington Dulles Airport en wachten op de volgende
vlucht -en deze bijna missen- maar ook met de talrijke controles en vragen van
ijverige ambtenaren die blijven vragen stellen waarom je naar de USA wilt
komen, alsof ze er zelf aan twijfelen of dat wel zo’n goed idee is.
Ons eerste
hotel was gelegen in Hollywood onder de berg met de grote letters “HOLLYWOOD”
waar je trouwens niet mag opklimmen en waarbij Hollywood boulevard ongeveer tot onze grootste ontgoochelingen mag gerekend worden.
De straat is
duidelijk aan een opfrisbeurt toe en oogt eerder als een relikwie uit de jaren 1930,
dan wel als een dynamisch centrum van de
filmwereld. Allerlei verklede filmfiguren
zoals Chaplin, Cinderella, en zeerovers laten zich daar voor dollars
fotograferen.
De “walk of
fame “is mooier op foto dan in het echt.
Sunset
Boulevard is overdag iets blitzer, maar ’s avonds wordt er aardig wat
getippeld.
Alleen het
restaurant “The Hungry Cat” kon ons bekoren met zijn uitstekende lobster op het
buitenterras. Dank zij de Michelin gids werd dit een geslaagde avond.
In Los
Angeles is het openbaar vervoer het best bewaarde geheim van de stad.
Althans, dat
beweert de vervoersmaatschappij zelf, hetgeen nog een tijdje zo zal blijven als
ze blijft weigeren een degelijk plan van dat openbaar vervoer uit te brengen.
Op een A4-tje raak je zo’n plan niet kwijt, en zo’n A4-tje is het enige wat we
konden vinden.
Maar niet
getreurd : ga aan een bushalte staan, neem een stadsplan van in dit geval Los Angeles,
en binnen de 2 minuten is er wel een vriendelijke stadsbewoner die je
uitgebreid vooruit helpt en zo nodig bij het uitstappen nog een eindje meeloopt
om er zeker van te zijn dat je de juiste straat aan het inslaan bent.
Zo brengt
bus 217 ons voor 1 dollar 25 elk van Hollywood tot zijn terminus : de wijk
Venice aan de Pacific-seaside.
In het
terugkeren ontdekken we het Museum voor moderne kunst LACMA en we zijn direct
verkocht. Hier treffen we een buitengewone overzichtstentoonstelling aan omtrent
de kunst in de villa’s van Pompeï en van Hercaleum in de baai van Napels voor
de vulkaanuitbarsting van 79 van onze tijdrekening.
Wij
bewonderen daar “de school van Plato” in mozaïek, een gouden armband in slangvorm,
een bronzen meisje die begint aan een striptease, een borstbeeld van Epicurius,
glaswerk, een paar volledige muurschilderingen uit de villa’s.
Al deze
schatten behoorden bij die villa’s die slechts buitenverblijven waren voor de
rijke Romeinen. We bedenken dat we de ruïnes van Pompeï nog nooit bezochten en nemen alvast het
besluit om binnen afzienbare tijd eens richting Napels te reizen.
Maar dit
schitterend museum van moderne kunst LACMA herbergt ook Magritte’s “Ceci n’est pas une pipe”, meerdere Mondriaan’s
, Picasso’s , Braque’s , een uitzonderlijk mooi schilderij van mijn
lievelingsschilder Rothko, enkele werken van Jackson Pollock en nog vele andere
!!!!!!!!
Op
maandagmorgen nemen we dan de taxi naar de Bob Hope luchthaven ten noorden van
Hollywood voor het afhalen van onze huurwagen. Maar er zijn problemen met de
gevraagde auto want de kofferbak is te klein voor onze valiezen en wij vragen
vriendelijk een andere oplossing en krijgen die nog ook.
Er wordt ons
een witte Mercury Grand Marquis LS voorgereden, het luxemodel van deze Canadese
sedan, en wij kunnen onze ogen niet geloven. Na een uurtje slagen we erin om
alle knopjes en ook de uitgang te vinden en rijden we onze GPS achterna naar
ons volgend hotel in Indian Wells in de buurt van de oase Palm Springs. Opnieuw
worden we verrast!
Ons hotel
blijkt een luxe Resort te zijn met zwembaden, golfterrein en zelfs een sushi-bar.
Wij vleien ons neer aan dit uitstekend zwembad en vergeten al de
bezienswaardigheden van Palm Springs en omgeving en proberen onze laatste
vermoeidheid uit de benen te zwemmen. ’s Avonds is er zo weinig volk in dit
paradijsje dat het Italiaanse restaurant Sirocco in het hotel gesloten is en wij
onze toevlucht nemen tot de Japanse keuken in de sushi-bar. De kokkin is een Japanse sushi-meesteres wat blijkbaar
uitzonderlijk is want sushi meesters zijn steeds mannen. Wij worden vergast op
de meest heerlijke Japanse hapjes die je maar kunt dromen. De kokkin is zeer
spraakzaam en vertelt ons dat zij afkomstig is uit Hiroshima. Eventjes stokt
onze adem bij het horen van haar afkomst en ik kan nog net vragen of de stad nu
weer helemaal heropgebouwd is, wat eigenlijk
een onnodige vraag is . Maar wij vinden het merkwaardig dat zo’n sterke madam
uitgerekend bij de gewezen vijand haar job komt uitoefenen. Maar dit laatste
durven we haar nauwelijks voorleggen.
Wij wisselen
e-mailadressen uit en beloven contact te houden met Mevrouw Saatchi Yapca. De volgende morgen gaan we op zoek naar de
ontbijtzaal maar vinden deze op het mooie terras aan het water en genieten van
een heerlijk fruitontbijt.
Onderweg
hebben we nog wat problemen met de knopjes van onze limousine maar na 270 km
rijden we door de eerste bergen langs de Colorado-rivier en arriveren we in Lake Havasu City .
Hier heeft een rijke Amerikaan in de jaren 1960
de London Bridge gekocht, toen deze in Londen aan het verzakken was, heeft deze
brug steen per steen laten overbrengen naar de USA, en terug laten opbouwen
over een klein kanaal langs het meer. Zeer raar zo’n Engelse brug in het hartje
van het Wilde Westen.
Op woensdag
rijden we de Colorado-rivier verder af om te belanden in het hoogtepunt van
onze reis : de Grand Canyon. Onderweg krijgen we een regenbui met onweer over
onze mooie auto en bij aankomst aan ons hotel
merken we dat er een IMAX-cinema (een driedimensionale cinema) in de voortuin
van ons hotel staat. Bij een regenbui kan men eigenlijk niet beter zitten dan
in de cinema. Tegelijk was dit volgens ons een uitstekende voorbereiding op de
kennismaking met dit wereldwonder.
Wij kopen
ons ook een kaart van de Nationale Parken en als de regen verdwenen is rijden
we het park binnen om nadien een shuttlebus te nemen die ons naar alle interessante
uitkijkpunten brengt. Linda was bij de aanblik van deze reusachtige kloof
ontroerd over zoveel schoonheid. In de avondzon was de kloof paarskleurig en
mooier dan we ons ooit konden voorstellen. Ook ik vind de Grand Canyon mooier
dan de Gorges du Verdon in het zuiden van Frankrijk, en moet toegeven dat de
Verdon eigenlijk maar het kleine broertje is van de Grand Canyon.
Wij hebben
dan ook de volgende morgen opnieuw de shuttle genomen om de route langs de
Canyon nog eens te zien in de morgenzon en inderdaad de Canyon was nu
overwegend rood gekleurd en de drie Goden ( Brahma-Boudha en ISIS)- die
rotspunten en hoogtepunten zijn in de
kloof- waren mooier en duidelijker waarneembaar dan in de avondzon. In de
namiddag veranderen de kleuren opnieuw en daarom waren we zinnens om terug te
gaan maar ons reisbureau uit de USA besliste er anders over. De hotelmanager
deelde ons mee dat we het hotel moesten verlaten en ons begeven naar de
volgende stopplaats 400 km verderop (gelukkig was het nog niet donker) omdat er
(nog maar eens) een fout was gemaakt bij de reservatie.
Een goede
raad : boek nooit een rondreis bij Connections : hun Amerikaanse
reisorganisator kan het niet, wat we meerdere malen en dus ook hier hebben
mogen en moeten ondervinden !
Dit kwam
toen over als een koude douche want we waren echt gesteld geraakt op de
schoonheid van de natuurlijke kloof in al haar kleurvarianten. Maar het mocht
niet zijn dus hop naar de volgende schoonheden in de landschappen.
Op weg naar
Lake Powell reden we door “The painted desert”
waarbij de kleurenpracht van de
aardlagen in plaats van verticaal horizontaal over het landschap loopt.
“The painted
desert” is gelegen binnen de grenzen van het Navajo-reservaat.
Merkwaardig genoeg worden deze grenzen alleen
op de topografische kaarten weergegeven en nooit langs de weg. Ons hotel in
Lake Powell heeft dan ook alles van een
Indianenhotel, inclusief de kleuren, de winkel en niet te vergeten de slome
manier van bewegen en de rust die de Indianen uitstralen. In dit verslag zou ik
heel wat kunnen schrijven over de Amerikanen
en het verschil met de Indianen. Ik kan erg kort zijn over de Indianen -alhoewel
mijn sympathie voor de indianenbevolking steeds erg groot is geweest-
herkende ik ze direct maar waren ze dikwijls schuw en vermeden ze
elk contact. Over de Amerikanen kan ik met plezier vertellen. Zij zijn dikwijls
nogal behoorlijk luidruchtig, behulpzaam en zeer goedlachs. Soms een beetje
bemoeizuchtig maar meestal beleefd, enkele uitzonderingen niet te na gesproken.
Waarschijnlijk gaf de ontmoeting met die laatsten Raymond Vh Groenewoud de
nodige inspiratie voor zijn ballade “Weg met Amerika, weg met de boeren van
Amerika”, terug te vinden op zijn laatste live-CD (die we bij puur toeval mee hadden, en die we
derhalve luid over de Amerikaanse prairies hebben laten schallen !)
In
tegenstelling tot wat ik vroeger verwachtte zijn de Amerikanen weinig efficiënt
en dat verrast ons steeds omdat je van een land dat zich de wereldleider noemt
toch meer efficiëntie verwacht. Zo mag je – om een voorbeeld te geven - bij een bezoek aan de USA niet vergeten grote
hoeveelheden coupures van 1 $ mee te nemen : alleen daarmee (en met
muntstukken) kan je een buskaartje betalen. Of een gepaste fooi geven. Of een
krant kopen.
Maar
“retournons à nos moutons” : Lake Powell is het stuwmeer op de Coloradorivier
dat de scheur in het landschap aldaar moest opvullen met water terwille van de
elektriciteitsproductie. Maar ook hier zijn er milieuproblemen. De waterafname
in de andere omringende staten is te groot geworden, waardoor het waterpeil te
laag staat en dus problematisch wordt voor de productie van electriciteit. Maar
het toerisme bloeit hier ook weelderig , alhoewel… een bootreisje op het meer
kan nog met moeite doorgang vinden en wordt aangevuld met een fikse wandeling
op het land. Al deze excursies zijn zeer duur en dikwijls een grote
geldklopperij. Daarom besloten we om het Lake Powell links te laten liggen en
resoluut te kiezen voor de schoonheid van de landschappen en dus reden we naar
de Monument Valley. Deze vallei is wereldberoemd omwille van de cowboyfilms die
er gedraaid werden tussen de reusachtige massieve rotsblokken in het landschap. Zeer mooi!
Op zaterdag
19 september waren we een week onderweg en reden we naar het Nationaal Park Bryce Canyon ook hier werden er nabij Kanab
veel cowboyfilms gedraaid in het geplooide rotslandschap. Zeer herkenbaar voor de
liefhebbers van dit genre.
Rond de
middag kwamen we aan in hotel Ruby’s Inn aan de ingang van het National Park
Bryce Canyon. Deze Canyon is volgens
sommigen mooier dan de grand Canyon. De vorm van deze Canyon is een amfitheater
als kantwerk uitgesneden in het landschap. Opnieuw staan we met verbazing te
kijken naar zoveel schoonheid.
In onze
kamer in de Ponderosa ( what’s in a name?) -afdeling van Ruby’s
toeristenfabriek -plannen we onze volgende ontdekkingstocht. Zeer handig want
de shuttlebus vertrekt voor onze hoteldeur en dit is eveneens handig bij het
terugkeren want tijdens de rit worden we overweldigd door een enorme regenbui
met hagel : de winter komt hier blijkbaar sneller dan bij ons. Wij kopen ons
alvast in Ruby’s winkel een Outback Oilskin-hoed voor Linda en een Stetson-hoed
(de zoveelste) voor mezelf .
Op weg naar
ons volgend hotel rijden we door Zion Nationaal Park, ook een schoonheid om
niet te missen.
Over het
eten in de VS kunnen we ook zeer kort zijn. De steaks zijn uitstekend op voorwaarde
dat je de juiste bakwijze (“raw medium”, maar dan uitgesproken met het accent
van “the South” !) kunt afspreken, en van de fastfood daar bleven we ver van
weg
In de steden
beperkten (!) we ons tot het zoeken naar een geschikt restaurant in de bijbel
van de gastronomie, jawel de Michelingids, die hier zijn geld meer dan dubbel
en dik waard is.
Op zondag
vertrokken we richting Las Vegas. Deze kunstmatige stad in de woestijn wou ik
wel eens zien, want toch de wereldhoofdstad van de kitsch. Maar blijkbaar ook bijna van de kinderprostitutie
en niet te vergeten tjokvol lawaai geproduceerd door duizenden gokautomaten, niet alleen in de casino’s ,
maar zowat overal waar er menselijke wezens zouden kunnen voorbij komen.
De
schoonheid van onze Europese steden zoals Venetië en Parijs werd er nagebouwd
in een zeer trouwe kopie van het
origineel maar o zo fake! Wij hebben er Japans gegeten in de voortuin van de
opera van Parijs met zicht op een verkleinde Eifeltoren.
Las Vegas
was niet alleen broeierig warm maar het is ook een gevaarlijke stad omwille van
het roekeloos (en waarschijnlijk behoorlijk dronken) rijden van zoveel gekken
bijeen. Nergens in de USA worden er dan ook zoveel verkeersslachtoffers
genoteerd, zo wist althans onze taxichauffeur te vertellen.
Ik noteer
alvast Las Vegas op plaats 1 van de meest gore plaatsen ter wereld, en neem me
voor hier nooit meer weer te keren.
Op maandag
hebben we een zeer zware tocht voor de
boeg . Wij moeten 600 km rijden door de vallei van het natuurpark Death Valley.
Met zeer
veel goede moed vetrekken we om 7u ’s morgens . De tocht door het diepste punt
van de USA (68 meter onder de zeespiegel) is dank zij de airco van onze Mercury een
fluitje van een cent.
De hitte
werd echter pas voelbaar bij het uitstappen aan “Zabriskie Point” (herinner je
de film uit 1970 met die naam van Michelangelo Antonioni, met de filmmuziek van
Pink Floyd : Carefull with that axe, Eugene !).
De woestijnwind
blies er over de heuvels en de buitentemperatuur gaf 109°Fahrenheit aan of ongeveer
45°C . Onze foto’s bij deze uitstap spreken boekdelen. Wij smolten weg door de
hete wind die precies uit een keukenoven kwam.
De volgende
verrassing zou Yosemite park worden. Wij logeerden in de “Cedar Lodge” op 7
mijlen/11.2 km van de ingang van dit Nationaal Park. Dus informeerde ik alvast naar de watervallen
in het park en vooral waar vind je deze schoonheden. Maar ook hier heeft de
opwarming van de Aarde haar werk gedaan . Er blijft nog slechts een kleine
waterval over in deze brede kloof die de toegangsweg vormt van het National Park.
Ook zijn er
geen beren te zien en volgens de brochures zouden hier zelfs leeuwen wonen.
Maar ook aan deze gevaarlijke beesten zijn we ontsnapt.
Onze reis
bracht ons ook voor een driedaags verblijf naar de sixties-stad bij uitstek San Francisco
(remember Scott Mc Kenzie : If you’re going to San Francisco, be sure to wear
some flowers in your hair !).
Wij werden
hier geboekt in de Japanse wijk in het Japanse hotel Tomo waar er ook ’s
morgens Japans kon ontbeten worden.
Deze stad
had onmiddellijk ons hart gestolen omwille van haar sterk Europees karakter, de
rust en de vrede die er nog steeds in de lucht hangt en de vriendelijkheid van
de bewoners. Spijtig genoeg was het er zeer koud en mistig bij onze aankomst en
ook tijdens de volgende dag hing de mist als een sluier over de Golden Gate
Bridge.
Alcatras -
het beruchte gevangeniseiland uit de film Papillon - was nauwelijks waarneembaar in de mist, maar om
te bezoeken ook niets voor ons.
Maar de restaurants waren er uitstekend. Het hier
zeer goed georganiseerde als zoals overal zeer goedkope openbaar vervoer bracht
ons met de bus en de gekke trams overal waar we wilden zijn, want de Mercury
hadden we drie dagen achtergelaten in de parkeergarage van ons hotel.
Het prachtige museum voor moderne kunst- het
SF MOMA is een pareltje van architectuur (de
Zwitser Botha is de architect) - en bevat een zeer mooie collectie met
schilderijen van Matisse (een ganse zaal met werk van hem) , Picasso, Magritte,
Jackson Pollock, Rauschenberg, Roy Liechtenstein , Rothko (!) , Paul Klee, Kandinsky
en nog zo vele anderen.
’s Avonds
hebben we genoten van een heerlijke maaltijd met “sqaw “– een Californische
vogel- in restaurant Boulevard waar ons een tractement wachtte van onze Amerikaanse
vrienden die met de Paasvakantie bij ons thuis te gast waren.
Wij
ontmoetten en ook twee interessante vrouwen waaronder de Vice President van de
Pinguin books. Ik weet nu waar ik moet zijn met extreme wensen omtrent boeken ;
zij beloofde ons een rondleiding in New York en Linda beloofde haar een rondleiding
in Brugge en Gent. Nu nog al deze beloftes waarmaken!
De tocht van
San Francisco naar Los Angeles moesten wij in twee dagen doen en we dachten
“dat lukt nooit”. Maar jawel, mits enige zelfinterpretatie van de (streng
gecontroleerde) snelheidsbeperkingen op de Amerikaanse highways en freeways en
na een langzaam afrijden van de beroemde kustweg van Monterey richting Los
Angeles bereiken we de eerste overnachtingsplaats Sancta Maria – een wijngebied-
waar er niets te zien was tenzij dat er twee Mexicaanse trouwfeesten waren in
ons hotel.
Waarop we de volgende dag vertrokken via Sancta
Barbara, Malibu en Sancta Monica terug naar Los Angeles en dan was/is onze
kring ( “the Loop” ) rond.
Op maandag
28 september brengen we er eerst onze Mercury, waar we toch een beetje aan gehecht waren
geraakt, terug naar de eigenaar Avis. We zijn blij dat we de auto zonder
schrammen of blutsen hebben terug gebracht.
Los Angeles
en inzonderheid Downtown LA hebben we opnieuw vooral bezocht met het openbaar
vervoer, ondanks de waarschuwingen van de plaatselijke bevolking dat er niets
te zien was en dat de bussen gevaarlijk waren.
Overigens gelukkig nooit iets van gemerkt !
Op Broadway
bezochten we de Burberry-building,
beroemd omwille van de mooie traphal met Belgische bakstenen afgewerkt en met
een bronzen Charly Chaplin op een bankje.
De overdekte markt aan de overkant was ook een must maar een beetje
verlaten in de namiddag.
Het museum
voor moderne kunst ( Moca) was een boeiende ervaring, evenals het nieuwe Walt
Disney-concertgebouw aan de overkant van
de architect Gehry : het lijkt
wel een ontluikende roos in metaal !
De glazen
torengebouwen op de Buncker Hill zijn zeer merkwaardig en maken van Los Angeles,
een overigens toch wel platte stad, een
echte grootstad die ons doet dromen van New York.
Onze laatste
dag in LA was heerlijk. ’s Morgens stapten we naar de bushalte met nieuwe
plannen om downtown LA nog maar eens te bezoeken, maar vanuit ons nieuw hotel
rechtover de luchthaven was het
busvervoer naar de binnenstad niet optimaal, dus besloten we maar om het advies
van een Mexicaans/Candees- toeristenkoppel te volgen en een dagje naar zee te
gaan.
Jawel, we namen de bus naar Sancta Monica en
stonden met verbazing te kijken naar de strandhutjes van de redders uit de
TV-serie “Baywatch” van jaren geleden. De beroemde “Pier” deed ons denken aan
Blankenberge maar dan breder en met nog slechter geklede mensen.
Aan het begin van de “Pier” is de Carrousel ondergebracht
uit de film The Sting ( film van George Roy Hill uit 1973) met Paul Newman en
Robert Redford in de glansrollen.
Dank zij de
Michelin-gids hebben we ook hier
uitstekend gegeten in het restaurant “ The Lobster”met zicht op het strand en
de Pier.
Mooier
konden we onze reis niet afsluiten!
Besluit: We
hebben een fantastische reis gehad , met
elke dag nieuwe uitdagingen , prachtige landschappen gezien, (soms en na
hardnekkig zoeken en selecteren toch nog) lekker gegeten en vooral een goed team geweest om samen deze reis tot
een goed einde te brengen
Linda