Sicilië: Het eiland dat Amerika kleur gaf- 1 juni tot 15 juni 2014 - rondrit met Caractère
Vroeg in de morgen vertrekken we op zaterdag 1 juni richting Palermo. Daar aangekomen nemen we de stoptrein naar de hoofdstad van Sicilië waar we na het betalen van een boete ons treinticket ontvangen, omdat de ticket automaat niet werkt en ons Italiaans ontoereikend is om dit uit te leggen en omdat in Sicilië heel veel kapot is en nooit gemaakt wordt, zoals we later zouden ondervinden.Te voet wandelen we tijdens de siësta door een slapende stad richting Central Palace Hotel, voortdurend lastig gevallen door allerlei bestuurders van de meest gekke vervoermiddelen zoals paarden die een koets trekken, tuk tuk wagentjes en taxi's, want zij willen de toeristen te voet niet laten sleuren met hun veel te grote valiezen en hebben zowaar medelijden met ons...Ons hotel is gelegen in het hartje van de stad, in de buurt van het drukste kruispunt " het quatro canti di cità" . Op elke hoek van dit kruispunt staan de beelden van belangrijke personen uit de geschiedenis van Palermo inclusief de Spaanse koningen met als bekende figuur Carlos V of voor ons Keizer Karel. Dit statige hotel was een voormalig Palazzo van een adelijke familie. De grandeur van weleer is bewaard gebleven, zeker in de ontbijtruimte en de lobby maar er is ook veel comfort en technologie bijgekomen. Onze eerste avond eten we in het restaurant op het dakterras. De Sirocco blies echter koude winden over de daken en na het bewonderen van de zonsondergang verlieten we het pand om een terrasje te zoeken in de buurt van ons hotel, waar Keizer Karel ook waakt over jong en oud die daar een glaasje komen drinken of een trattoria bezoeken. Helaas worden we hier getuige van een verkeersincident met een grote hond als slachtoffer. De hond heeft de aanrijding overleefd dank zij de solidariteit van de Sicilianen die met vereende kracht de auto optillen om de hond te bevrijden. Al hinkend verliet hij, na dit hachelijk avontuur, dit mooi pleintje. Wat een straathond lijden kan!
Op zondag worden we overweldigd door het uitstekend ontbijt in de voormalige ontvangstruimten van de Palazzo. Ons eerste bezoek gaat richting de kathedraal, waar er een kerkdienst is en toeristen geweerd worden. Maar de buitenkant is meer spectaculair dan het interieur en dat is een troost. dus stappen we richting Parlement van Sicilië, gehuisvest in een voormalige Normandische burcht. Eerst bezoeken we in de kelder de tentoonstelling van de kerkelijke schatten, met onder andere een ivoren koffer en een Assyrische stempel die 2000 jaar oud is. We bewonderen in deze kelders ook de grondvesten van een Fenicische burcht. Deze zijn pas in 1984 ontdekt. Sicilië is dus overrompeld geworden door vele volkeren die deze parel in de Middellandse zee wilden inpalmen.
Op de eerste verdieping bevindt zich de Capella Palatino waar de troon, de muren, het plafond en de preekstoel kunstwerken van mozaïek zijn en dus is dit het belangrijkste kunstwerk van Palermo. Wij bezoeken ook het huidige Parlement en de Normandische ruimten onder de koepel van de ingangspoort de Porta Nuevo, met een dak in Bourgondische stijl en grote reuzen die de ingang bewaken. Nadien willen we de mooiste markt van Palermo bezoeken, maar op zondag is er geen markt en is alles potdicht. Dus belanden we per toeval in een zeer typische trattoria " Il maestro del boro" of de meester van de soep. We krijgen een plaatsje tussen de Siciliaanse families en twee Hollanders en eten er zeer lekker. Op onze terugweg naar het hotel verdwalen we in de smalle straatjes en wandelen we tot aan de haven waar er weinig toerisme is. De stad geeft een zeer vervallen indruk, door het gebrek aan renovatie van het cultureel erfgoed en de schrijnende armoede op elke hoek van de straat. Palermo heeft echter zeer mooie parken en ook zeer mooie pleinen met fantastische fonteinen zoals alleen Bellini ze kon maken en dat meteen ook het plein van de schaamte werd genoemd omwille van de blote vrouwen en mannen.
Op maandag halen wij onze huurwagen op bij Hertz en het wordt een splinternieuwe witte Fiat 500 -een cinquecento- of ook nog een bolletje genoemd. Wij slapen telkens 2 dagen op hetzelfde adres en zullen in 6 hotels onderdak vinden. Dank zij de GPS die af en toe moeilijk doet, bereiken wij zonder problemen onze tweede slaapplaats Baglio Oneto in Marsala. Dit zeer mooi wijndomein was ooit eigendom van de Principe di San Lorenzo. Wij proeven daar de witte wijn die zeer lekker is en nog goedkoop ook. Momenteel is dit wijndomein gegeerd door bruidsparen om er een romantisch feest te organiseren. Maar op weg naar deze volgende slaapplaats bezoeken we eerst onze eerste Griekse archeologische site in Segesta, vooral beroemd geworden omwille van de schitterende tempel met Dorische zuilen die fantastisch past in een heuvelachtig landschap. De tempelzuilen zijn goed bewaard gebleven en zijn uitgehouwen uit de kalksteen van de omliggende heuvels. Op een nabij gelegen heuvel werd er een amphitheater uitgekapt in het landschap en er zijn ook de vervallen grondresten van een voormalige stad. Aangezien deze laatste site op een heuvel op 2 km afstand ligt van de Dorische tempel, nemen we de bus naar boven en na 20 minuten keren we terug. De volgende dag bezoeken we het mooi vissersdorpje Mazara del Vallo, waar de vissers nog eigenhandig hun netten herstellen aan de kade. In een kleine vismijn zien we de meest merkwaardige Middellandse zeevissen die wachten op een hongerige koper. We laten ons aan de vissershaven overzetten met een pondje want aan de overzijde is het historisch centrum van deze stad. Rond het middaguur flaneren we door de kleine straatjes en komen zo op de Piazza Plebiscitio met aan de ene zijde een ruïne van een een Jezuïetenkerk en aan de andere kant het Museo del Satirio. Dit museum is gehuisvest in een voormalige kerk met als hoofdthema de vondst van een Griekse Sater, gevonden in de visnetten van een plaatselijke visser op 5 maart 1998. Voordien werd het been van de Sater al opgevist maar de corpus vonden ze niet. De vreugde omwille van deze merkwaardige vangst was zeer groot bij de vissers en zij stopten onmiddellijk hun visvangst om de archeologen en autoriteiten te verwittigen van hun vondst. Deze schat in brons werd dan ook in elk Italiaans journaal vermeld en kreeg daardoor zijn bekendheid. Men twijfelde eerst aan de authenticiteit van dit beeld, maar deskundig onderzoek tijdens de restauratie bracht de waarheid aan het licht. Het was de lang gezochte dansende Sater die opgevist werd! Dit mooie dansende beeld staat nu in dit kleine museum op een sokkel zodat ook de fraaie achterkant kan bewonderd worden. Wij ronden ons bezoek aan dit stadje af met een lunch in de plaatselijke beste trattoria. Spijtig genoeg vaart het pondje niet tijdens de siësta en zijn we verplicht om een grote omweg te maken om ons bolletje terug te vinden, wat absoluut geen gemakkelijke opdracht was.
Op woensdag bezoeken we onze tweede Griekse archeologische site in Selinunte. Dit is één van de twee mooiste archeologische sites in Sicilïe. Aan de ingang worden we verrast door het aanbod van golfcars om de site bezoeken. Aangezien deze site zeer uitgestrekt is besluiten we dit comfortabel vervoermiddel te gebruiken, samen met andere toeristen en met een Italiaanse gids die ook stuurt.
Onze eerste stop is de tempel E. Dit is de mooiste en de best bewaarde tempel in Selinunte met de zee als achtergrond. De overige tempels ( F,G) zijn nog slechts ruïnes met reuze grote stenen en gebroken zuilen. Dit waren de tempels van Dionysos en Zeus of Apollo. Deze laatste tempel was in de Oudheid de grootste tempel van Sicilïe. Na 20 minuten wandelen rond de tempels stijgen we weer in onze golfcar met chauffeur. Onze vrouwelijke chauffeur rijdt ons over een klein riviertje waarvan de monding in de Oudheid de haven van Selinunte herbergde. Wij rijden rond de stadswallen van de Acropoplis die in het westen hoog boven de zee gebouwd werden. De loop van de straten in de stad zijn nog herkenbaar en de tempels bevonden zich aan de kant die het dichtst bij de zee lag. Nu rest er alleen nog één zuilenrij die in de jaren 20 van vorige eeuw overeind werden gezet. Onze gids en chauffeur brengt ons kilometers verder naar een Byzantijns baptisterium. Vervolgens stoppen we aan een heiligdom uit de 7°-6° eeuw B.C. Dit heiligdom was gewijd aan Demeter, de godin van de vruchtbaarheid en van het land. Deze trip met de golfcar en Italiaanse gids was een voltreffer want zeer comfortabel en boeiend want te voet zouden we dit nooit kunnen doen.
Ons volgende slaapplaats is een olijfkwekerij genaamd Mandranova en behorend tot de Agricultura Tourismo Groepering en gelegen in de buurt van Palma de Montechiado en voorbij Agrigento . Deze uitgestrekte olijfboerderij met 10.000 olijfbomen en een uitstekende accommodatie geeft ons de kans om 's avonds aan tafel New Yorkse Palestijnen, Engelsen met Schotse roots en Canadezen uit Quebec te ontmoeten. Tot laat in de avond wordt er gediscussieerd en gelachen alsof de wereld aan onze voeten lag.
Op donderdag staat Agrigento op ons programma. Dit is de best gekende archeologische site in Siciliïe. Dus rijden wij vol goede moed met onze fiat cinquecento richting de "Vallei der Tempels"en parkeren in de buurt van de ingang. De Griekse tempels liggen daar trouwens niet in een vallei maar wel op heuvels. Op de parking ontdekken we dat een taxi ons naar de tweede ingang kan brengen voor 6 Euro. Deze ingang was andermaal slecht aangeduid maar was in onze Groene Michelin gids aangegeven als de beste startplaats voor het bezoek van de site. Deze ingang is ook beter gelegen omdat deze grenst aan de Tempel van Hera en bovendien daalt de wandelweg in de site van hieruit aanzienlijk naar beneden naar de andere tempels en andersom is het natuurlijk stijgend en dat is zeer zwaar op het middaguur in de brandende zon. . Opnieuw staan we perplex van zoveel schoonheid met de zee en een knal blauwe lucht als achtergrond. De tempel van Hera ligt op het meest oostelijk punt van de site. Aan de voet van de tempel is er nog een offeraltaar bewaard dat diende voor het offeren aan de God(en) van de geslachte runderen. We wandelen langs de oude muren die de tempelfundamenten ondersteunden en nemen het pad langs de necropolis, dit is een byzantijnse begraafplaats uitgehouwen in de rotsen. Deze wandelroute is omzoomd met amandelbomen, johannesbrood bomen, vijgen en citrussen en dus bijzonder aangenaam. De tempel Concordia is de best bewaarde en daardoor ook de meest perfecte tempel uit de Griekse Oudheid , dank zij een verleden als christelijke basiliek tot in de 17° eeuw. De 13 m hoge Dorische zuilen worden smaller naar boven toe en geven daardoor een beter ruimtelijk effect. De volgende tempel die op de zelfde lijn ligt als de vorige is de Hercules tempel die nog slechts 8 zuilen telt en dit is het oudste bouwwerk in deze site. De robuuste zuilen in archaïsche stijl, bekroond met grote kapitelen hebben niet de gratie van de Concordia tempel. De drie tempels op één lijn hebben de zee in de diepte als achtergrond en dat maakt dat deze site de topbestemming is voor de toerist met interesse in de Oudheid. Op het einde van deze denkbeeldige lijn eindigen we bij de eerste ingang. Gelukkig is hier een kleine bar waar we een sandwich eten en nadien een pistache ijsje, de specialiteit van Sicilië. Aan de overkant van de weg vervolgen we onze archeologische route. De eerste tempel is hier de tempel van Zeus. Hier wordt de magie even verbroken want deze tempel is één grote ruïne. De liggende reuze beelden (Telamon)) die ooit deze tempel sierden zijn kopieën van het origineel beeld dat we later in het archeologisch museum zullen zien. Deze beelden ( 36 in totaal) waren kolossaal groot en bevonden zich boven aan de zuilen. Zij gaven de indruk de volledige tempel op hun schouders te dragen en stelden de reuzen voor die veroordeeld waren tot het torsen van de wereld , nadat ze verslagen waren door Zeus. De tempel (113x56m) werd echter nooit voltooid wegens de Carthaagse inval in 406 B.C. Naast de tempel is er andermaal een 200m lang offeraltaar waar wel 100 runderen geofferd konden worden. Via de ruïnes van het tempelcomplex van Castor en Pollux komen we aan het einde van deze prachtige archeologische site. Dit eindpunt ligt in verbinding met de parking waar we 's morgens onze Fiat parkeerden en een taxi namen. Het archeologisch museum bereiken we met de Fiat 500. Dit museum grenst aan de St Nicolaskerk waar de voorbereidingen getroffen worden voor een Siciliaanse trouwpartij en waar de gasten in zijde en piekfijn kostuum hun opwachting maken . Het museum bevat honderden terracotta beeldjes van Griekse Kouros en godinnen die op de site gevonden werden. Ook de prachtige Griekse terracotta vazen zijn schitterend bewaard gebleven met oa Achilles getooid met een luipaardenvel en ook de reuze grote vaas van Gela ( daar gevonden) met de strijd van de Grieken tegen de Amazones. We zien hier ook de 7,5 m grote kolossale reus die de tempel van Zeus ondersteunde, maar ook een prachtig marmeren Kouros en een beeldje van een onthoofde badende Aphrodite en nog zoveel meer moois dat ons uit de Oudheid is overgebleven. Dit museum is echt een must voor de geïnteresseerde toerist maar wordt nauwelijks bezocht. Moe maar tevreden keren we terug naar de olijfboerderij ( Baglio Oneto) met 10.000 bomen en de beste ( pikante) olijfolie van Sicilïe, volgens de Michelingids van de olijfboeren met 5 druppels ipv 5 sterren als score.
Op vrijdag verlaten we dit oord van genot en vriendschap om te gaan logeren in Ragusa, 114 km verder zuid-oostwaarts. Onderweg bezoeken we Vittoria, een klein maar leuk stadje met één lange straat Cavour genaamd zoals zoveel straten in Italïe , naar de 1ste Premier van Italië na de eenmaking. Op het einde van onze rit rijden we een zeer hoog plateau op en via talrijke S-bochten bereiken we de voorstad van Ragusa waar ons hotel Carlotta op ons wacht. Vermoedelijk een oude paardenhoeve heringericht als een modern hotel met een een zeer goede keuken die bekroond werd met 1 Michelinster. Op zaterdag besluiten we Ragusa te bezoeken. Deze stad is een gesplitste stad door de kloof die de stad scheidt in de moderne stad en de Middeleeuwse stad. Als gevolg van de grote aardbeving in 1693 werd nadien de moderne stad heropgebouwd in de stijl van toen en dat was de barok. De Middeleeuwse stad Ibla is pas jaren later heropgebouwd. Zo ontstonden er twee stadskernen: het eigenlijke Ragusa en Ibla, een betoverend centrum met een wirwar aan kleine straatjes en vele in de barokstijl heropgebouwde huizen, zo rijk dat het stadje sinds 2002 op de werelderfgoedlijst staat van de Unesco, net zoals Brugge. Wij wandelen richting Duomo en daar treffen ze de voorbereidingen voor een begrafenis in de namiddag. De koepel van de Duomo San Georgio zie je al van ver met de blauwe glas in lood ramen en de Korintische zuilen als versiering in de koepel. Binnen is de Duomo versierd met rode zijde panelen en links vooraan staat een zilveren sarcofaag op een draagberrie met de resten van de heilige San Giorgio. Dit loodzware kunstwerk wordt tijdens de jaarlijkse processie meegedragen, de imposante trappen af door de straatjes van Ibla. Het plein ervoor is rechthoekig en loopt omlaag met aan weerszijden statige Palazzo. We nemen op dit plein een klein treintje dat ons door de straten en langs de grote kloof brengt. Uiteraard bezoeken we op het Duomo plein ook de bekende Gellateria del Vini. Het beste ijs van de stad is hier de gellata Moscat, gemaakt van muskaatwijn. Wij besluiten ons bezoek aan Ragusa met dit fris ijsje in een zonovergoten stad en proberen we de stad uit te rijden maar onze GPS laat het andermaal afweten. Met de hulp van een vrachtwagenchauffeur en een sigarettenverkoopster in een benzinestation vinden we ons hotel Carlotta terug. De Sicilianen zijn steeds erg vriendelijken en zeer behulpzaam om toeristen opnieuw op de juiste weg te helpen want richtingaanwijzers ontbreken zeer dikwijls , evenals straatnamen en zelfs de namen van de dorpen worden bij het binnenrijden bijna nooit aangeduid. We sluiten onze leerrijke dag af aan het zwembad met andermaal een uitstekend glas Siciliaanse wijn. 's Avonds genieten we opnieuw in ons hotel van de heerlijke keuken in het restaurant Le Fenice.
Op zondag wordt onze eerste stop de barokke stad Noto. Ook deze stad werd in 1693 getroffen door de grote aardbeving en zoals Ragusa en Syracuse werd de stad heropgebouwd in de barokke stijl. Wij rijden zonder problemen door de zeer nauwe straatjes van het stadscentrum en parkeren op een zeer hellende straat, vlak naast de toeristische bezienswaardigheden. Noto is op de middag ook weer bloedheet en wij wandelen door de hoofdstraat richting triomfboog en park, waar op zondag allerlei lekkernijen uit Sicilïe verkocht worden, zoals gedroogde tomaatjes, amandelnoten en pesto van pistachenoten. We verlaten Noto andermaal met GPS problemen en rijden richting Syracuse., waar we opnieuw zeer hard moeten zoeken naar onze volgende verblijfplaats. De ligging van het hotel is opnieuw slechts in één richting aangeduid en wij komen van de andere kant. Borgo Pantano is een zeer landelijk hotel op 14 km van de stad Syracuse. De kamers zijn allemaal op gelijkvloers en het zwembad is een landschap op zich, omringd door gedrapeerde bedden en met een overvloed aan zetels, salons en rustbedden. Dit is voor de Italianen ( Sicilanen ?) een gedroomd vakantieoord ver van de stad en in de rust ( met de autostrade op gehoorsafstand) van het platteland. Hier mondt ook de rivier Ciame uit in de zee. Deze monding was in de Oudheid zeer belangrijk voor het vervaardigen van de papyrusvellen waarop ook de Egyptenaren schreven. Het dakrestaurant op een zwoele zomeravond is een heerlijke plaats om te genieten van de lekkere Sicilaanse keuken met het geluid van de krekels en de lichtjes van Syracuse in de verte.
Op maandag bezoeken we Syracuse, de mooiste stad in Sicilïe en oudste stad uit de Oudheid. Wij besluiten om in ons hotel een shuttle bus te nemen naar het centrum van de stad omdat parkeren in de oude stad Ortiga zeer moeilijk is en bovendien zeer duur. Parkeren kost hier tussen de 2 en 4,5 € per uur en dan is een shuttle voor 5€ per persoon een zeer zacht prijsje. We vertrekken om 10u30 en keren 's avonds met dezelfde shuttle terug. Deze dropt ons aan de tempel van Apollo, waarvan nog slechts een aantal zuilen en een muur overgebleven zijn, de rest is één grote ruïne. We wandelen door de kleine straatjes die verkeersvrij zijn maar niet autovrij, want Italianen ( Sicilianen) storen zich niet aan verkeersregels en volgen de richting van het grootste plein met als pronkstuk de Duomo. 's Middags is het hier bloedheet door de weerkaatsing van de zon op de granieten plaveien en de monumentale Duomo. Het was echter zeer erg druk in en rond de Duomo met veel politie en officieren in feestkledij met een begrafeniswagen erbij. Eerst dachten we aan een begrafenisritueel tot we al het filmmateriaal ontwaarden en ons de toegang tot de Duomo geweigerd werd wegens de opnames van een heuse film met regisseur incluis. Sommige jongeren lieten zich ook fotograferen met de voor ons onbekende acteurs. De opnames duurden dan ook een volledige dag, want rond 18u werden de opnames stop gezet na het opnemen van een begrafenisscène met applaus op de trappen van de Duomo. Sicilïe is een waar schouwtoneel met filmopnames, een echte begrafenis in Ragusa en een trouwpartij in Agrigento. De natuurlijke haven van Ortiga is historisch zeer waardevol geweest in de strijd van de Grieken- die het eiland domineerden- tegen Carthago. Momenteel ligt de haven vol zeer grote yachten en met af en toe een heus vissersbootje. Op het einde van het schiereiland werd er een versterkte burcht gebouwd, momenteel is dit nog steeds militair gebied en dus ontoegankelijk. Voorbij de mooie belvédère zien we de fontein met papyrusplanten maar ook met ganzen, eenden en grote vissen en eigenlijk was dit een natuurlijke bron met zoet water op een paar passen verwijderd van de zee. Deze plaats was dan ook in de Oudheid fel begeerd als vestigingsplaats omwille van het drinkbaar water. Na de middag besluiten we in Ortiga een taxi te nemen. We rijden door het drukke centrum van het moderne Syracuse tot op de heuvel met de Griekse en Romeinse archeologische sites. Eerst bezoeken we het Romeinse amphitheater, ovaal uitgehouwen in de rotsenen dus met natuurlijke zitplaatsen. Daarnaast is er een 200M lange offerplaats, waar andermaal honderden runderen tegelijk geslacht werden voor de offergave. Vervolgens wandelen richting het Griekse amphitheater en dit was ooit het grootste theater van de Griekse Oudheid, waar de toneelstukken van Aeschylos ( oa De Perzen) werden opgevoerd. Momenteel zijn bijna al de stenen zitplaatsen bedekt met hout, omdat dat meer comfortabel is voor het publiek dat hier komt kijken naar Opera's zoals Aïda van Verdi. Deze opera wordt binnenkort opgevoerd en daarvoor werd het indrukwekkend decor al opgesteld. Het historisch karakter van deze belangrijke archeologische site is momenteel verstoord door de grote aanwezigheid van technisch materiaal om de opvoeringen mogelijk te maken, maar desalniettemin maakt dit theater toch nog wel indruk op ons want het is reusachtig groot en telt 54 rijen en kon in de Oudheid tot 15.000 mensen een zitplaats geven. Wij klimmen in de brandende zon tot op de hoogste trappen en zien daar holtes in de rotsen. Een rots is gevuld met water en dat is de Grotta del Nimfeo die via een 37 km lange Romeinse viaduct voorzien wordt van stromend water om de watermolens aan te drijven, waardoor het decor kon gewisseld worden ... In de tuin beneden horen we het water klateren afkomstig uit dezelfde Grotta del Nimfeo. We bewonderen hier ook het oor van Dionysos. dit is een merkwaardig uitgehouwen rots die oogt als een oorschelp. Deze grot heeft een zeer goede akoestiek. De rotsspleet inspireerde verschillende verhalen en werd van boven tot onder uitgehouwen omwille van het zoeken naar waardevolle kalkstenen blokken. Het meest waarschijnlijke verhaal is dat het een gevangenis was voor de vijanden van Dionysos. Sommigen beweren ook dat er een koor plaats nam tijdens de voorstelling in het nabij gelegen theater. We keren terug naar het schiereiland Ortiga waar we het einde van een filmdag meemaken, genietend op een mooi terras van een heerlijk glaasje Siciliaanse witte wijn met de smaak van kruiden en steen...Syracuse is de oudste stad uit de Oudheid maar ook de meest charmante stad.
Op dinsdag is onze volgende bestemming Taormina, gelegen aan de oostkust van het eiland en voorbij de industriestad Catania. Deze historische stad werd door Goethe, DH Lawrence, en vele anderen geprezen omwille van haar schoonheid en haar spectaculaire ligging op een 200 m hoog rotsplateau dat uitkijkt over de zee en de immer actieve vulkaan Etna.Met de Fiat 500 rijden we in een paar uur van Syracuse naar Taormina dank zij de autostrade die gedeeltelijk te betalen is ( 1,70€). We bereiken ons volgend hotel Monte Tauro via een S-baan over de bergen en met als eindpunt een steile weg naar beneden met trappen in het midden. Met bevreesd gemoed rijden we over dit smal straatje tot voor de deur van het hotel waar behulpzame handen onze auto uitladen en parkeren. De ingang van ons hotel is op de achtste verdieping en wij slapen op de vijfde verdieping en het zwembad is op het gelijkvloers. Het modern hotel plakt dan ook tegen de steile berg en het prachtige panoramische uitzicht geeft ons een eerste indruk op de baai van Taormina. Een uurtje later genieten we op ons terras van de dubbele upgrade die we kregen voor onze kamer met jacuzzi, bureel, dressing en salon. Het stadscentrum ligt op een boogscheut van ons hotel, met de Corso Umberto als belangrijkste straat en de "Giardini di Villa Comunale" als dichtst mogelijke park, dat opnieuw een verbluffend uitzicht geeft op de baai en de Etna. Een Engelse dame, die haar hart verloren had aan Taormina en als grote vogelliefhebster, schonk dit tropisch park aan de stad. Zij liet ook wonderbaarlijke gebouwen neerzetten in een zonderlinge stijl als nestplaatsen voor de vogels die zij observeerde. Helaas is deze prachtige stad het slachtoffer geworden van het massatoerisme en de daarbij horende winkels met prularia. Snel vinden we onze lunch in de "Grot van Ullyses", een restaurant met terras op de trappen van een smal straatje. De meeste toeristentraps zijn gelegen op de trappen van een zijstraat van de Corso Umberto. Hier eten we meermaals in een lekkere trattoria bij Mamma Rosso, waar we Limburgers en ook Hollanders ontmoeten. Het uitzicht van onze kamer met groot terras is fenomenaal mooi. Een vijfmaster ligt voor anker in zee, samen met een zeer groot cruise schip en een aantal kleine jachten. Wij logeren 5 nachten in deze prachtige stad en genieten met volle teugen van het prachtig zicht op zee en op de vuurspuwende Etna 's avonds.
Op donderdag bezoeken we het Grieks Amphitheater op het einde van de Corso Umberto. Dit is het tweede grootste theater geweest uit de Oudheid dat plaats bood aan 5000 toeschouwers. Het theater werd in de 3° eeuw A.C. door de Romeinen herbouwd. Het verdient een zeer grote bewondering omwille van de geografische ligging met zicht op de lagune, die door de lavastroom van de Etna gevormd werden, zicht op de machtige Etna met wolken op de top en sneeuw aan de zijkant, als gevolg van een onweer en op het eiland Isola Bella, ooit het mooiste kleine schiereiland voor de kust maar nu volledig begroeid dank zij de ingreep van de mens. Het Grieks theater werd vergroot door de Romeinen. Om de gladiatoren te laten vechten verwijderden ze de eerste rijen zitplaatsen. Er werd achter de laatste rijen ook een hoge muur gebouwd om de akoestiek te versterken.. De toneelmuur voorafgegaan door enkele Korintische zuilen achter het podium is ingestort, waardoor het prachtig vergezicht op de baai van Taormina weer tevoorschijn is gekomen. In dit theater worden talrijke culturele manifestaties gehouden, zoals o.a filmfestivals. Daarom is er een reuzegroot scherm opgesteld omdat deze week het filmfestival " 50 jaar il gatto pardo" start. Een klein tijgerkatje vergezeld ons toevallig op onze wandeling door deze wondermooie site.
Sicilië heeft ons hart gestolen omwille van zoveel schoonheid, geschiedenis, kunst en natuurschoon. En ook omwille van de zeer vriendelijke mensen.
Moe maar gelukkig keren we op zondag via de luchthaven van Catania terug naar Oostende.
Linda Van Pottelbergh 5 juli 2014